Gratis op internet is wel legaal
Op donderdag 15 januari maakte de Volkskrant op de technologiepagina een behoorlijke uitglijder. Onder de kop ‘Gratis op internet? Dan is het niet legaal‘, werd de indruk gewekt dat het downloaden van gratis op internet beschikbaar materiaal per definitie illegaal zou zijn. Grote nonsens. Op het internet wemelt het van gratis aangeboden downloads die volstrekt legaal zijn. Dat er ook veel gebeurt dat niet mag, is geen reden om het grote publiek vals voor te lichten.
Het artikel werd voornamelijk gebaseerd op uitspraken van Tim Kuik, directeur van stichting Brein en “auteursrechtspecialist” Carja Mastenbroek (Als advocaat onder meer werkzaam voor Brein). Daarvan zou, gezien hun achtergrond, toch een wat genuanceerder verhaal verwacht worden over wat wel en niet legaal is. Het feit dat een download gratis is, is auteursrechtelijk gezien weinig relevant. Sterker nog, er zijn tegenwoordig veel auteursrechthebbenden die software, films of muziek gratis als download aanbieden. Zo is er een groeiende keuze aan open source software die gratis en met toestemming van de auteursrechthebbenden van internet gehaald kan worden. Het bekendste voorbeeld hiervan is de webbrowser Firefox.
Maar ook een bedrijf als Microsoft, dat zeker niet als voorstander van het gratis downloaden van haar producten bekend staat, biedt op dit moment de bètaversie van de nieuwe versie van Windows als gratis download aan. Andere voorbeelden van gratis te downloaden programma’s zijn Google-Earth, de MSN-Messenger en zo zijn er nog 1000den andere softwarepakketten. De uitspraak van Kuik, dat software downloaden altijd illegaal is, is dus feitelijk onwaar.
Volgens Kuik is de situatie wat muziek en films betreft wat gedifferentieerder: “Helaas heeft de overheid een onderscheid gemaakt en mag downloaden van films en muziek wel.” Hij doelt hiermee op het feit dat het downloaden van auteursrechtelijk beschermd materiaal, zonder toestemming van de auteursrechthebbende, in Nederland naar gangbare opvatting als het maken van een kopie voor eigen gebruik beschouwd wordt, en daarom onder een auteursrechtelijke uitzondering valt. Ook met deze uitspraak laat Kuik zien dat hij er een sterk gesimplificeerd beeld van internet en culturele productie op na houdt. Hij gaat hiermee namelijk voorbij aan de vele duizenden muzikanten en filmmakers die wél toestemming geven om hun werken gratis te downloaden, verder te verspreiden en te bewerken.
In het afgelopen jaar hebben bijvoorbeeld de bands Radiohead en Nine Inch Nails veel aandacht voor hun manier van muziekverspreiding gekregen. Radiohead stelde downloaders van hun nieuwe album zelf in staat om te bepalen hoeveel zij voor het album wilden betalen (inclusief de optie €0,00). Nine Inch Nails heeft haar album Ghosts I-V in vijf versies online beschikbaar gesteld. Deze varieerden van een tot 2500 exemplaren gelimiteerde superdeluxe set voor 300 dollar (die binnen 24 uur uitverkocht was en waarmee zij 750.000 dollar verdiend hebben) tot een Creative Commons gelicenseerde versie die gratis via Bittorrent en andere peer-to-peer file sharingnetwerken opgehaald kon worden. Ondanks (of vanwege?) de gratis beschikbaarheid van het album wisten de Nine Inch Nails aan het einde van het jaar de eerste plek op de (betaalde) downloadcharts van Amazon.com te bereiken.
Met het gebruik van Creative Commons licenties voor hun album Ghosts I-V staan de Nine Inch Nails niet alleen. Zo zijn er alleen op de website Jamendo.com meer dan 15.000 albums die met toestemming van de makers gratis gedownload kunnen worden. Hetzelfde is het geval voor een klein maar een groeiend aantal filmproducties die onder licentievoorwaarden aangeboden worden die het verspreiden, downloaden en remixen toestaan en zelfs aanmoedigen. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan is de animatiefilm Big Buck Bunny van de Amsterdamse Blender Foundation.
Creative Commons licenties zijn speciaal ontwikkeld om auteurs die hun werken gratis op internet willen verspreiden in staat te stellen dit op een duidelijke manier aan te geven en de bijhorende voorwaarden op een duidelijke manier aan te geven. De licenties spelen in op de groeiende wens onder auteursrechthebbenden om creatieve werken via het internet met anderen te delen. Die wens wordt bijvoorbeeld gevoed door een verlangen om bekendheid te verwerven, of om live shows of andere activiteiten of diensten te promoten. Juist door de komst van het internet is het kinderlijk eenvoudig geworden om tegen zeer lage distributiekosten de hele wereld te bereiken.
Met hun door de Volkskrant geciteerde uitspraken gaan Kuik en Mastenbroek volledig aan deze realiteit voorbij. Het is begrijpelijk dat zij proberen om uit te leggen dat het gratis downloaden van software, muziek of films, waarvoor de rechthebbenden geen toestemming gegeven hebben, in strijd is met het auteursrecht. Het is echter twijfelachtig of zij (en de auteur van het artikel) met dit eenzijdige betoog een bijdrage leveren aan het bewustzijn onder internetgebruikers over wat wel en niet mag. Beide mogen in hun strijd tegen ongeautoriseerde downloads wensen dat alle downloads illegaal zijn, maar dat is gelukkig niet zo.
Met het internet beschikken wij over een nieuw distributie- en samenwerkingsplatform, dat toegang tot nooit eerder gekende hoeveelheden informatie en auteursrechtelijk beschermde werken biedt. In plaats van gebruik hiervan door auteursrechtelijke verboden (die trouwens niet te handhaven zijn) aan banden te leggen om de interesses van een klein aantal distributeurs te beschermen, hebben wij regels nodig die dit potentieel niet kunstmatig inperken. In een tijd waarin iedereen toegang tot de perfecte kopieermachine heeft, is het auteursrecht niet meer een set regels voor interne transacties binnen een belangrijke economische sector, maar iets waar iedere burger dagelijks mee te maken heeft . Het kunstmatige monopolie op het maken van kopieën (zoals downloads) is dan ook niet meer van deze tijd. Het voorbeeld van de Nine inch Nails laat zien dat auteurs ook zonder exclusieve controle op de distributie van hun werken inkomsten kunnen genereren. Het verspreiden van onwaarheden over de legale status van alledaagse handelingen zal hun hierbij weinig helpen.
Auteurs: Paul Keller & Martijn Arnoldus