Meer vertrouwen in de burger!

    25 mei 2012

    Afgelopen woensdag presenteerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het adviesrapport 'Vertrouwen in burgers'. Kennisland was bij de presentatie van het rapport aan minister-president Rutte in het ADO Den Haag-Stadion aanwezig. In het rapport karakteriseert de WRR burgerparticipatie als een 'hardnekkig probleem' waarop in de afgelopen decennia weinig vooruitgang geboekt is:

    “De afgelopen decennia hebben beleidsmakers zich vele inspanningen getroost om het betrokkenheidsaanbod aantrekkelijker te maken, maar de resultaten zijn teleurstellend. Voortdurend is het een verhaal van veel projecten, weinig leren en onvoldoende structurele inbedding; vooral de aansluiting op onze samenleving is zoek.”

    Maar aan de andere kant constateert de WRR op basis van het verrichte onderzoek dat…

    “… burgers inventief zijn, veel kunnen en tot veel bereid zijn. Om de kansen en mogelijkheden die daaruit voortkomen ten volle te benutten moeten beleidsmakers burgers vertrouwen en de ruimte bieden voor betrokkenheid.“

    In het rapport spreekt de WRR zich uit voor het intensiveren van burgerbetrokkenheid. Hiervoor moet volgens de Raad vooral vertrouwen tussen burgers en de overheid gecreëerd worden:

    “… vertrouwen van beleidsmakers in burgers, vertrouwen van burgers in beleidsmakers en in elkaar. Geen blind vertrouwen, maar vertrouwen met een gezonde dosis wantrouwen.”

    De WRR komt vervolgens met vier aanbevelingen over hoe beleidsmakers dit vertrouwen en daarmee burgerbetrokkenheid zouden kunnen bevorderen: door het creëren van tegenspel, door het versterken van de alledaagse invloed, door het stimuleren van maatschappelijk verkeer en door het bouwen van stevige steunpilaren.

    Vanuit het perspectief van Kennisland is met name het eerste punt interessant. De WRR pleit ervoor dat beleidsmakers tegenspel creëren. Goed beleid vereist dat de makers ervan voldoende op de hoogte zijn van alle posities ten opzichte van hun voornemens. Zonder voldoende input vanuit de samenleving is dit niet mogelijk en daarom hebben beleidsmakers belang bij tegengeluid. Constructief tegengeluid vereist dat de betrokken burgers over voldoende toegang tot informatie beschikken. De recente focus op open overheidsdata kan hierop (op termijn) een positieve invloed hebben.

    Maar de aanbevelingen van de WRR gaan verder dan alleen toegang bieden tot de informatie waarover de beleidsmakers beschikken. Zo ziet de WRR kansen in 'crowdsourcing, web monitoring en serious gaming' die als 'goed antennes' voor beleidsmakers kunnen dienen. Wat is er toch mis met de terminologie die de WRR hanteert? Web monitoring is een term die je anders alleen tegenkomt in de context van regimes met bijzonder weinig vertrouwen in hun burgers. Ook uit het feit dat de WRR ambtenaren die in direct contact met burgers staan ‘frontlijnwerkers’ noemt, spreekt niet veel vertrouwen in de eigen conclusies.

    De term 'goede antennes' doet mij echter aan iets heel anders denken: De Digitale Pioniers-regeling. De Digitale Pioniers-regeling die Kennisland van 2002 tot 2010 in opdracht van de Directie MLB van het ministerie van OCW uitvoerde, was bij uitstek een regeling waaruit niet alleen vertrouwen in burgers sprak maar die tegelijk als een antenne voor de beleidsmaker op het ministerie diende.

    De DP-regeling was gericht op burgers en maatschappelijke initiatieven om innovatieve internetprojecten te ontplooien. Hiervoor waren relatief kleine bedragen beschikbaar (maximaal €30.000) die via een snelle en simpele aanvraagprocedure toegekend werden.

    Kern van deze aanvraagprocedure vormden de zogenaamde 'intakegesprekken' waarbij Kennisland op bezoek ging bij de projecten die op basis van de aanvragen geselecteerd waren (vaak was dat letterlijk aan de keukentafel). De vraag die wij in deze gesprekken beantwoord wilden zien was 'hebben wij er voldoende vertrouwen in dat de mensen achter het projectvoorstel het ook kunnen realiseren?'. Als we er voldoende vertrouwen in hadden mochten de projecten van start gaan, en als dat niet het geval was dan ging zo'n project – ondanks een mooie aanvraag met een hoge score – toch niet door.

    Hiernaast was de regeling nog om een andere reden bijzonder. Hoewel Kennisland de regeling in eigen verantwoordelijkheid uitvoerde, was het ministerie nauw betrokken. Bij elke ronde van de regeling zat een beleidsmedewerker in de jury en deze beleidsmedewerkers namen deel aan de projectleidersbijeenkomsten en eindpresentatie van alle rondes. Voor de beleidsmakers op het ministerie was dit een uitermate 'goede antenne' voor wat er binnen de sector die onder hun verantwoordelijkheid viel gebeurde.

    Binnen de DP-regeling waren dus twee kernpunten uit het WRR-rapport aanwezig, en deze stonden vanuit onze ervaring inderdaad centraal voor het slagen van de regeling. Voor ons leest het WRR-rapport dan ook als een pleidooi voor meer regelingen naar het voorbeeld van de Digitale Pioniers. Niet noodzakelijkerwijs op het terrein van de maatschappelijke media, maar op talloze andere beleidsterreinen. Geef maatschappelijke initiatieven de financiële ruimte om zelf aan maatschappelijke problemen te werken of de maatschappij naar eigen voorkeur in te richten. Als overheid krijg je hiervoor niet alleen meer burgerbetrokkenheid terug, je krijgt er ook uitermate goed werkende antennes bij. 

    Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/opinie/meer-vertrouwen-in-de-burger/

    This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/opinie/meer-vertrouwen-in-de-burger/