Innovatie is…
‘Innovatie is ontmoeten, innovatie is budgettaire ruimte, innovatie is doen. Innovatie is kopiëren, innovatie is ontregelen, innovatie zijn de inmiddels weer verdwenen brainstormruimtes in ministeries.
’Ja, wat is innovatie eigenlijk?
Innovatie schalt, walmt en galmt over de Leidse Rijn, een Utrechtse vinexwijk. Het ministerie van BZK stelde zich de vraag wat innovatie in de publieke sector nu eigenlijk is en organiseerde daar omheen het Zizani-festival. Wetenschappers en practitioners, bezoekers en onderzoekers, denkers en doeners mochten het verkondigen en aanhoren in tientallen workshops, discussies, intervisies, inloopbijeenkomsten en debatten. Wij volgden er een paar en berichten over de meest aansprekende.
“Terzijde is terzake,” stelt bestuurskundige Mark van Twist in een erg interessant college waarin hij ons meeneemt in zijn zoektocht naar innovatie. Waar zit ’t hem nou in? “Niet tellen maar vertellen,” vervolgt hij, “en zoek nou eens niet naar de dominante trend maar juist naar de anomalieën.”Het gaat om het tussenland, een in een studie van het CPB geïntroduceerde term. In het tussenland, het net niet geziene landschap waar de overheid haar neiging tot opruimen, dichtregelen en klinisch controleren nog niet heeft kunnen botvieren. Daar ontstaat het. Kunstenaars vestigen zich juist daar, daar groeit andersoortige natuur, en, in bestuurlijke zin: daar ontstaan nieuwe organisatievormen. Recombinaties. Maar hoe? Hoe laten we tussenland ontstaan?
Volg de wet van de stimulerende wanorde. Mensen met een rommelig bureau zijn efficiënter dan mensen met een opgeruimd bureau. Mensen moeten een gordel dragen in de auto, maar gaan daardoor onvoorzichtiger rijden. Hoe meer afgestudeerde artsen er op de arbeidsmarkt verschijnen, hoe meer mensen aan meer ziektes lijden. Ons zelfherstellend vermogen neemt af als we gehospitaliseerd zijn. Dichtregelen heeft kortom verstrekkende gevolgen. Innovatie is daarom de kunst van het durven laten; alleen zo kunnen we ontsnappen aan de tragiek van de goede bedoelingen. Als we dat durven, als we daarin slagen, dan ontstaat in het tussenland een rizomatische structuur. Dat is, ontleend aan het Vlaamse werk ‘De boom en het rizoom’, een zelfontwikkelend, recombinerend vermogen in bestuur en maatschappij. Daar ontstaat innovatie. Nieuwe vormen van publiek-private samenwerking. Daarin is het mogelijk dat het private geld dat “nu nog achter de toonbank klotst”, het publieke domein binnenstroomt. Een innovatief openbaar bestuur is een bestuur dat durft te laten.
Maar innovatie is ook kwaliteitsschaamte.
Jaap Peters introduceert tijdens zijn workshop ‘Schaamte als motor voor verandering’ een nieuw begrip: kwaliteitsschaamte. Het is inmiddels een bekend verschijnsel dat organisaties uit efficiencyoverwegingen de taken van de eigen medewerkers verregaand marginaliseren.
Een voorbeeld. We zien een perron op Utrecht Centraal op de muur geprojecteerd. Daarop zijn zeven verschillende prullenbakken binnen een straal van tien vierkante meter te zien. “Wanneer een ambtenaar de opdracht heeft de zevende prullenbak te plaatsen, vraagt hij zich af wat het nut ervan is. Hij legt deze vraag aan zijn leidinggevende voor. En die antwoordt: heb vertrouwen in de leiding en de planning. Met andere woorden: stel vooral geen vragen en doe wat er van je gevraagd wordt. Schakel je geweten uit. Op papier klopt het toch? We halen onze targets toch?!
”Het gaat niet om de realiteit, maar om de afbeelding van de werkelijkheid, daar word je op afgerekend.
Daar zit ‘ie: de ontevreden ambtenaar. En bij hem schuilt de motor van innovatie. Want precies op dit moment bekruipt hem een gevoel van kwaliteitsschaamte. Hij schaamt zich voor de wijze waarop hij zijn werk moet uitvoeren; mag niet de kwaliteit leveren die hij wil leveren. Het gevoel trots te zijn op zijn baan, is hem al lange tijd vergaan. Die schaamte moet hem tot actie drijven. Hij wil de kwaliteit die hij leverde weer gaan leveren. Hij vernieuwt daardoor de organisatie.
In Netwerk deed gisterenavond een medewerker van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) een boekje open over vlees van zieke dieren dat in de schappen van supermarkten en bij slagers zou belanden. De klokkenluider was te zien noch te horen. Dat wilde hij zelf: uit schaamte en angst. Uit angst voor zijn baan, maar uit schaamte voor de wijze waarop hij zijn taken moet uitvoeren. Hij schaamt zich kapot. Maar: hij doet er wat aan. ‘Schaamte als motor voor verandering’, deze man heeft het beter dan wie ook begrepen.
Innovatie is de wet van de stimulerende wanorde, innovatie is een rizomatische structuur, innovatie is de kunst van het laten, innovatie is je de oren van het hoofd schamen. Innovatie is heel veel: wat het precies is, weten we nog niet. Je kunt er wel de Utrechtse vinexwijk Leidse Rijn in tientallen workshops mee gevuld krijgen.
Auteurs: Hanneke Kleinjan en Constant Hijzen