Ruimte voor leraren in de school van de 21e eeuw!

    5 april 2012

    Dit artikel verscheen ook in de Leeuwarder Courant.

    Een paar dagen geleden kwam ik een ex-studiegenote tegen. Laten we haar even Fatima noemen. We hebben ooit samen een aantal vakken gevolgd aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkt op een leuke school in Amsterdam-Zuid. Ze is slim, mooi, creatief en ondernemend. Zo iemand die met flair door het leven zweeft. “Hoe gaat het?” vroeg ik. Er volgde een relaas dat ik maar al te goed ken. Kort samengevat: “Fantastisch werk met de kids! Heel inspirerend. Maar ik word gek van de organisatie van mijn school en het onderwijs in het algemeen. Ik ben me aan het oriënteren op iets anders. Net als een paar andere collega’s trouwens.”

    Ik word ongelofelijk kwaad als ik haar verhaal hoor. Misschien wel extra omdat ik uit een onderwijsfamilie kom. Wat mij fascineert is dat scholen de meest creatieve verheffende plekken in de samenleving zouden kunnen en moeten zijn. Voor leerlingen en voor de mensen die er werken. Daarbij is het een vrij onomstreden statement dat het onderwijs het belangrijkste maatschappelijke instituut is. Zeker in de kennissamenleving van de 21e eeuw. Toch is het altijd hetzelfde liedje: gepassioneerde mensen zoals Fatima die gemangeld worden in vreemde ouderwetse organisaties. Geen wonder dat getalenteerde jonge mensen die in het onderwijs belanden ‘alle andere opties open houden’.

    Dat is eeuwig zonde natuurlijk. Daarom is dit absoluut geen pleidooi om scholen als uitdagende werkomgeving neer te sabelen. Integendeel, ik vind juist dat alle mensen die het onderwijs een warm hart toedragen (wie eigenlijk niet?) de schone taak hebben om er alles aan te doen het onderwijs van de 21e eeuw vorm te geven. En dat is geen geringe taak. De maatschappelijke ontwikkelingen gaan de laatste jaren zo snel dat het niet zo raar is dat complexe instituties zoals het onderwijs achterlopen. Dat geldt overigens evengoed voor de overheid en grote logge bedrijven. Het leidt wel tot de ironische situatie dat scholen nauwelijks lerende organisaties blijken te zijn, terwijl leren toch hun core business is.

    Één van de kansen voor het onderwijs is trachten om met sociale innovatiestrategieën beweging te krijgen in de organisatie van het onderwijs. Sociale innovatie is een breed begrip en voor de afbakening ervan is een apart artikel nodig. Kort gezegd gaat het over de zoektocht naar innovatieve manieren om maatschappelijke zaken beter te organiseren. Het doorbreken van standaardpatronen waarin mensen en organisaties vastgeroest zijn waardoor het maatschappelijk potentieel niet optimaal tot ontwikkeling komt. In feite komt het neer op het mogelijk maken van dialoog, nieuwe manieren van samenwerken, samen leren en innoveren. Met een grote nadruk op participatie en eigenaarschap van zoveel mogelijk mensen, vanuit verschillende perspectieven. 

    Onderwijs Pioniers: vernieuwing van binnenuit

    In 2009 ben ik samen met mijn collega’s vanuit de hierboven beschreven visie begonnen een dergelijke beweging op gang te krijgen. Hiervoor hebben we onder andere het programma Onderwijs Pioniers ontwikkeld. Op 23 maart jl. werd inmiddels voor de tweede keer de landelijke Onderwijs Pioniers Trofee uitgereikt aan deelnemende leraren. Het programma heeft een duidelijke missie: leraren ondersteunen om hun eigen ideeën over hoe hun school beter kan te realiseren. En daarmee ruimte scheppen voor vernieuwing op scholen van binnenuit op basis van de visie van de professionals die er werken. Want in de 21e eeuw zouden scholen dynamische, creatieve, lerende organisaties moeten zijn waarbij vernieuwing een permanent proces is. Gedragen vernieuwing welteverstaan, op basis van een constructieve dialoog tussen professionals.

    Een lerares zoals Fatima die al een tijdje in het onderwijs werkt en op basis van vernieuwende ideeën mag bepalen hoe haar schoolorganisatie, haar lessen of haar studiedagen beter kunnen? Een open dialoog met collega’s over hoe de school beter en leuker kan? Het klinkt logisch maar dat is het niet. Om allerlei redenen gaan er heel erg veel mensen over het werk van een leraar: de externe trainer komt vertellen hoe de didactische aanpak zou moeten zijn, voor het management moeten tal van formulieren ingevuld worden, ouders trekken continu aan de bel, de inspectie staat op de stoep, de overheid verwacht van alles, zelfs een vakgroep kan zich heel autoritair opstellen. En tijdens vergaderingen worden snel takenlijstjes afgevinkt om vervolgens door te gaan met de waan van de dag.

    Met Onderwijs Pioniers proberen we ruimte te scheppen. We organiseren een campagne met brainstormsessies waarbij deze vraag centraal staat: wat zou jij nu verbeteren als jij het voor het zeggen had op school? Een selectie van ideeën ondersteunen we met budget en begeleiding. We brengen de Onderwijs Pioniers uit alle hoeken van Nederland bij elkaar en laten hen ervaringen uitwisselen. In een aantal maanden werken de Pioniers op hun school aan hun eigen idee. Elke Pionier kan je vertellen dat het nog niet makkelijk is. Zo’n briljant eigen idee in de praktijk brengen. En hoe bevredigend het is als het lukt om je school samen met je collega’s een beetje een andere richting op te duwen! Op een school waar dat kan zou Fatima wel willen werken, dat weet ik zeker. En het is te hopen dat een programma als Onderwijs Pioniers daar in de toekomst niet meer voor nodig is.
     

    Kimon Moerbeek

    Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/opinie/ruimte-voor-leraren-in-de-school-van-de-21e-eeuw/

    This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/opinie/ruimte-voor-leraren-in-de-school-van-de-21e-eeuw/