Creatieve industrie in topvorm. De agenda van de creatieve industrie.

De Nederlandse creatieve industrie zet in Den Haag de lijnen uit voor de komende tien jaar. 


  • Betrokken KL'ers
17 juni 2011

Op 17 juni heeft minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) de toekomstagenda van de creatieve industrie in ontvangst genomen. De agenda schetst de belangrijkste speerpunten voor de komende tien jaar. Ambitie alom. Zo worden onder meer voorstellen gedaan om een (virtueel) Creatief Topinstituut in het leven te roepen, om sterke cross-overs met andere topsectoren aan te gaan, om te experimenteren met nieuwe vormen van opdrachtgeverschap, en om bestaande fiscale regelingen aantrekkelijker te maken voor creatieve bedrijven. Een uit bedrijfsleven, onderwijs en overheid samengesteld ‘topteam’ werkte de afgelopen maanden aan het toekomstdocument. KL was er ook bij betrokken.

Waarom een toekomstagenda?

De creatieve industrie stond tot begin vorig jaar als sleutelgebied op het netvlies van het opgeheven Innovatieplatform. Met het aantreden van het nieuwe kabinet is de oude status ingewisseld voor die van topsector van de Nederlandse economie. De creatieve industrie bevindt zich daarbij in gezelschap van acht andere topsectoren. Of eigenlijk negen, want hoofdkantoren, een vreemde eend in bijt, hoort er ook bij. Als start van het nieuwe bedrijvenbeleid heeft minister Verhagen alle topsectoren eerder dit jaar de opdracht gegeven om samen met kennisinstellingen en de overheid een agenda tot 2020 op te stellen.

De agenda van de creatieve industrie gaat over een brede, relatief jonge sector die goed is voor iets meer dan 2% van het BBP, maar als runner-up van de Nederlandse economie al jaren bij de grootste groeiers hoort. De agenda weigert om te verzanden in ellenlange discussies over de precieze definitie van dé creatieve industrie en houdt vast aan de inmiddels ingeburgerde driedeling tussen kunsten, media- en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening. Die definitie wordt in het beleid van OCW en EL&I al jaren gehanteerd. Wel wordt benadrukt dat het in de agenda gaat om bedrijven en zelfstandig ondernemers.

Een agenda voor een hele brede sector dus. Dat heeft het topteam geweten. Wekenlang werden consultatiegesprekken gehouden met vertegenwoordigers van de verschillende branches, van kennisinstellingen, lokale en regionale overheden, sectorinstituten en andere relevante organisaties. Dat met die veelheid en diversiteit aan input, belangen en wensen keuzes gemaakt moesten worden is duidelijk. Dat de agenda evengoed een breed terrein afdekt ook. 

Storyboard van de creatieve industrie

De strekking van de agenda is dat de creatieve industrie “een voortrekkersrol heeft bij het versterken van het innoverend vermogen van Nederland. Blijven innoveren, en ongebruikelijke oplossingen vinden voor complexe problemen is noodzakelijk voor een duurzaam, welvarend en concurrerend Nederland. Verschuivingen in de mondiale economische verhoudingen en grote maatschappelijke vraagstukken zoals energie en leefbaarheid vragen om meer creativiteit over de volle breedte van het bedrijfsleven.” (p. V)

De grote potentie van de creatieve industrie zit in cross-overs met andere sectoren en rond belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Maar die potentie wordt alleen optimaal benut als de creatieve industrie stevig is ingebed in de gehele economie. Daar wringt het. Het ‘ecosysteem’ van de jonge creatieve industrie is volop in ontwikkeling. Onderscheidende kenmerken van de creatieve industrie sluiten niet voldoende aan op bijvoorbeeld de bestaande kennisinfrastructuur, financieringsconstructies of fiscale regelingen. Bij die kenmerken gaat het om de aard van de creatieve producten en diensten (sterk op symbolische waarde en beleving gericht), de op beleving, expressie en gedrag gerichte manier van innoveren (‘design thinking’ of ‘creative thinking’) en de kleinschaligheid van de sector (87% van de creatieve bedrijven tellen minder dan 5 werknemers). Deze kenmerken zijn de grote kracht van de creatieve sector, maar staan tegelijk garant voor ‘relatieproblemen’ in het aansluiting op andere spelers in het ecosysteem.

In de agenda worden vijf speerpunten genoemd waarop dit relatieprobleem van de creatieve industrie de komende tijd impulsen kan gebruiken:

  1. Onderwijs, ondernemerschap en levenscyclus
  2. Marktontwikkeling en opdrachtgeverschap
  3. Kennis en innovatie
  4. Financiering en fiscaliteit
  5. Internationalisering

Acties

De agenda licht elk speerpunt toe met een kort wensbeeld voor 2020, een analyse van waar we nu staan en komt vervolgens met een aantal acties. De complete lijst telt meer dan 30 acties. Een impressie:

Sectorplan voor het onderwijs. Er moet een sectorplan komen voor de hele sector om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te versterken. De agenda geeft al een gedetailleerd kader met thema’s en vragen die aan orde moeten komen.
Fonds voor de Creatieve Industrie. Dit Fonds werd, als ‘fusie’ van een aantal bestaande fondsen, een week voor verschijnen van de agenda al aangekondigd door de staatssecretaris van Cultuur. De creatieve industrie stelt voor om het Fonds open te stellen voor de hele creatieve industrie en om de middelen vooral via het uitzetten van opdrachten te verdelen.
Creatief Topinstituut. Als een van de weinig topsectoren heeft de creatieve industrie geen eigen (technologisch) topinstituut (TTI). Het CTI wordt opgezet naar analogie van de TTI’s, maar in een vorm die recht doet aan het karakter en de structuur van de sector zelf. Het CTI is hoofdzakelijk een virtueel instituut: een netwerkorganisatie met een kleine ondersteunende uitvoeringsorganisatie, waarin kennisinstellingen en kleine en grote creatieve bedrijven met elkaar samenwerken en waarin vraag en aanbod bij elkaar gebracht worden.
Aanpassing WBSO. De WBSO geeft bedrijven een fiscale prikkel om te innoveren. Dat gebeurt via aftrek op de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk. Punt is dat de definitie van S&O sterk op technologische innovatie is gericht, en dat is voor de creatieve industrie maar ten dele interessant. Verruimen van de definitie dus, roept de agenda.
Creative Industries Diplomatic Network. Het Nederlandse diplomatieke postennetwerk moet gericht worden ingezet om onderzoek te doen naar de vraagbehoefte in het buitenland. De economische én culturele afdelingen van het postennetwerk moeten daartoe meer gespecialiseerd aan het werk gaan voor de creatieve industrie.
Mobiel nummer voor de creatieve industrie bij het Rijk. Nou ja, zoiets dan. In elk geval mag van een overheid die inzet op topsectoren verwacht worden dat die topsectoren eenvoudig en via moderne communicatiekanalen bij het Rijk terecht kunnen. 

Governance Light: Dutch Creative Industries Council

De hamvraag is uiteraard wie kan of moet gaan bewaken dat er van de agenda wat terechtkomt. Qua ervaring met langjarige nationale programma’s kan de creatieve industrie wedijveren met het ‘net niet’ WK-syndroom van Oranje. Vorig jaar verscheen een compleet concept innovatieprogramma voor het sleutelgebied creatieve industrie. Kwam er niet omdat de sleutelgebiedenaanpak werd stopgezet. Het innovatieprogramma Service Innovation & ICT dat wel uit de startblokken kwam wordt in 2011 in hoog tempo vervroegd afgebouwd. Paste ook niet meer in het beleid. Kortom, iets van een nieuwe governancestructuur voor de agenda is wel gewenst.

De creatieve industrie is echter niet een sector die staat te springen om topdown sturing. Dat is een understatement. In de agenda wordt daarom gepleit voor een meer genetwerkte vorm van governance waarbij een Dutch Creative Industries Council (D-CIC) als een soort denktank en inspirator de agenda levend houdt. “De D-CIC heeft als doel om snel goede en gezaghebbende ideeën op te brengen, de sector te stimuleren, relevante sectorbrede discussies te starten en de zichtbaarheid van de sector te vergroten zonder een gecentraliseerde regie te voeren.” (p.43)

Het topteam Creatieve Industrie bestaat uit Victor van der Chijs (OMA), Valerie Frissen (TNO/Erasmus Universiteit), Yuri van Geest (zelfstandig ondernemer o.m. TEDx Amsterdam, Mobile Monday) en Judith van Kranendonk (ministerie van OCW).

Martijn Arnoldus (KL) schreef als secretaris mee aan de toekomstagenda. Vanuit de overheid namen Michiel Janson (EL&I) en Maaike Segers (OCW) de rol van secretaris op zich. De volledige tekst van Creatieve industrie in topvorm is te vinden op www.top-sectoren.nl/creatieveindustrie

Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/nieuws/creatieve-industrie-in-topvorm-de-agenda-van-de-creatieve-industr/

This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/nieuws/creatieve-industrie-in-topvorm-de-agenda-van-de-creatieve-industr/