Gratis kennis niet gelijk aan open kennis: wil de echte OER opstaan?

    2 juli 2013

    De explosieve opkomst van Open Educational Resources (OER) is waarschijnlijk niemand ontgaan. Iedereen kan via Coursera, EdxiTunesU of een van de vele andere aanbieders gratis hoog kwalitatief onderwijs volgen. Nadat MIT in 2001 de eerste cursus beschikbaar maakte was het lang stil, maar in de afgelopen jaren zijn er tientallen universiteiten en miljoenen studenten die gebruikmaken van de zogenaamde Massive Open Online Courses (MOOC’s). Niet de minste universiteiten maken hun cursussen beschikbaar. Voorlopers waren de Amerikaanse Ivy Leagues, maar Nederlandse universiteiten zoals de de TU Delft en de Universiteit Leiden volgden snel. Deze nieuwe ‘openheid’ van kennis kan alleen maar toegejuicht worden. Toch valt er een kritische noot te plaatsen bij het gejubel over de MOOC’s. Zijn ze namelijk wel open genoeg? 

    Wat is open binnen OER?

    Zoals Robert Schuwer, Ben Janssen en Willem van Valkenburg schreven in het in maart 2013 uitgekomen trendrapport over OER zijn er verschillende vormen van open te onderscheiden in het onderwijs:

    • open toegankelijk (geen ingangseisen);
    • open in tempo (geen beperkte cursusperiode);
    • open in plaats (geen verplichting ergens fysiek aanwezig te zijn);
    • open in tijd (geen vaste begindatum, geen minimaal aantal deelnemers);
    • open in programma (keuze voor een heel curriculum of losse cursussen);
    • open beschikbaar (gratis);
    • open voor bewerkingen (vrijheid om het leermateriaal te hergebruiken, te mixen met andere materialen, te bewerken en verder te verspreiden onder bepaalde voorwaarden).

    In de tabel hieronder kunnen we zien welke vorm van onderwijs voldoet aan welke standaard van open. Hoewel (behalve de reguliere universiteiten) er goed gescoord wordt op hoe open ze zijn, wil ik de aandacht graag richten op de ‘open voor bewerkingen’ categorie. 

    Een xMOOC is content based met een hoorcollegemodel (bijvoorbeeld Coursera, Udiacity). Een cMOOC is gebasseerd op een netwerk, de docenten treden op als coach in een connectivitstisch model (bijvoorbeeld Siemens en Downes).
    Tabel (en onderschrift) uit het trendrapport (CC-BY).

    De nieuwe doelgroep van OER

    De toekomst van het onderwijs zit hem in de mogelijkheid tot bewerken. Niet alleen plat informatie aanbieden aan studenten, maar docenten en leerlingen gebruik laten maken van de kennis, die laten bewerken, verbeteren en opnieuw delen. Waar eerst de kracht van OER lag, namelijk lesmateriaal aanbieden voor bewerkingen, is er nu een verschuiving gaande:

    “Binnen de OER-beweging bestond de primaire doelgroep lange tijd uit docenten, en lag de nadruk op het hergebruik van open leermateriaal. Met de opkomst van de MOOC’s en het groeiende aanbod van open en online onderwijs komt de focus steeds meer te liggen op studenten als primaire doelgroep.”

    Laten we de xMOOC Coursea als voorbeeld nemen. Het succesvolle bedrijf biedt op het moment van schrijven maar liefst 398 cursussen aan waar bijna 4.000.000 studenten gebruik van maken. De cursussen zijn gratis, je kunt ze zonder vooropleiding volgen en op elke plek waar je internet hebt. Ze zijn gericht op studenten en hebben een verdienmodel gebaseerd op het verkopen van informatie van de studenten aan externe bedrijven. Tientallen universiteiten bieden hun cursussen aan via het platform. Je kunt echter niets van de cursussen hergebruiken (behalve de cursus volgen), veranderen of beschikbaar maken. Dit roept de vraag op of je Coursera wel een OER kan noemen.

    Er is hier een duidelijk verschil op te merken tussen gratis kennis en open kennis. Er zijn namelijk ook MOOC’s in omloop waarvan je de content kunt hergebruiken. Voorbeeld hiervan is de OCW (Open Course Ware) van de TU Delft. Deze kennis is te gebruiken onder de Creative Commons licentie BY-NC-SA 3.0. Wat wil zeggen dat je er alles mee mag doen (voor niet-commerciële doeleinden) als je maar vertelt waar je het vandaan hebt en de nieuwe vorm van het materiaal weer onder BY-NC-SA 3.0 verspreidt. 

    Waarom OER belangrijk zijn

    MOOC’s zijn een grote stap naar hoger kwalitatief onderwijs in binnen- en buitenland. Als de cursussen tenminste herbruikbaar zijn. We kunnen dan namelijk de lessen van de beste docenten ter wereld en van de meest gerespecteerde universiteiten ter wereld, overnemen in eigen lesmateriaal. Het is niet meer nodig om naar Harvard te gaan om de kennis ervan op te nemen en weer te verspreiden. Het kan gewoon via de computer, thuis.

    Ook mensen zonder toegang tot regulier onderwijs kunnen leren door middel van de MOOC’s. Als de cursussen herbruikbaar zijn kan deze (niet-academische) kennis ook meegenomen worden in de kennisontwikkeling. Denk aan toepassingen in de landbouwsector, maar ook aan het incorporeren van actueel idioom in een cursus Spaans.

    Open Educational Resources moeten vrij gedeeld kunnen worden, anders stagneert de ontwikkeling van vrije kennis bij die ene cursus die openbaar gemaakt wordt. Kennis is een kwestie van use it or lose it. Hewlett heeft dit gelukkig hergebruik al doorgevoerd door hun definitie van OER te wijzigen.

    “OER are teaching, learning, and research resources that reside in the public domain or have been released under an intellectual property license that permits their free use and re-purposing by others.”

    Laten we dit voorbeeld van Hewlett volgen. We nemen de TU Delft als beginpunt voor de ontwikkeling van toekomstige MOOC’s, en niet Coursera. 


    Lisette Kalshoven

    Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/opinie/gratis-kennis-niet-gelijk-aan-open-kennis-wil-de-echte-oer-opstaa/

    This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/opinie/gratis-kennis-niet-gelijk-aan-open-kennis-wil-de-echte-oer-opstaa/