Monitor Digitale Trapvelden 2004
'Digitale Trapvelden' is een project van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Digitale Trapvelden zijn laagdrempelige gelegenheden in aandachtswijken van de dertig steden die onder het grotestedenbeleid vallen, waar inwoners van deze wijken op een toegankelijke wijze in contact kunnen komen met informatie- en communicatietechnologie (ICT).
In menige buurt kunnen bewoners terecht op een plek waar ze kunnen leren omgaan met computers. Of belangrijker: kunnen ontdekken hoe ze digitaal de kwaliteit van hun leven kunnen verbeteren. Door hun digitale hobby’s uit te oefenen, Nederlands te leren, met ande- ren samen een buurtwebsite te maken, spelletjes te spelen, een buitenlandse krantensite te bezoeken of met de kleinkinderen te e-mailen. Sommige deze plekken zijn zogenaamde Di- gitale Trapvelden: laagdrempelige internetcentra in de wijk, gevestigd in het buurthuis, de bibliotheek of de school. In veel grote steden zijn ze sinds 2001 te vinden. Zij dragen bij aan het verkleinen van de digitale kloof en het versterken van de sociale cohesie in de wijk.
Digitale Trapvelden is door de toenmalige minister voor Grotestedenbeleid Roger van Boxtel in 2000 uitdrukkelijk opgezet als een driejarig project. Eind 2003 zou het project eindi- gen. In de zomer van 2003 heeft de huidige minister aangegeven dat het beschikbare geld ook nog in 2004 mag worden uitgegeven. Echter dit jaar is een kentering voor de Digitale Trapvelden. De subsidies waarvoor het ministerie van GroteSteden Beleid (GSB) in 2001 de aftrap gaf, houden nu immers echt op te bestaan. In deze Trapveldmonitor houden we bij hoe, in het laatste jaar waarin deze GSB-subsidie een rol speelde, de Trapvelden gepres- teerd hebben.
Het is interessant wat het trapveldenbeleid inmiddels heeft opgeleverd. Hoeveel trap- velden zijn er eind 2004? Wat gebeurt er, en hoeveel mensen komen er over de vloer? Wat voor rapportcijfers geven de stedelijke coördinatoren hun trapvelden?
Allemaal gegevens om te laten zien wat er bereikt wordt. Maar ook gegevens die aangeven hoe dat gebeurt: met welke partners? Voor welke doelgroepen? Deze monitor is gemaakt voor iedereen die met de trapvelden te maken heeft: projectleiders, samenwer- kingspartners, het welzijnswerk, bibliotheken, scholen en beleidsmakers.
De Monitor 2004 is voorafgegaan door Monitor 2003, Monitor 2002 en de Portretten- bundel uit 2001. Dit stelt ons in staat in deze Trapveld Monitor 2004 een schets te geven van de ontwikkeling van de trapvelden in de afgelopen drie jaar.
Voor mensen die nog niet bekend zijn met het fenomeen digitale trapvelden is in het volgende hoofdstuk (Achtergronden) nog even op een rijtje gezet waar de digitale trapvelden vandaan komen en waarom ze bedacht zijn. Hoofdstuk 3 geeft een samenvatting van de belangrijkste en opvallendste resultaten. Hoofdstuk 4 presenteert de belangrijkste bevindin- gen uit de formulieren die we terugkregen van de stedelijke coördinatoren. Hoofdstuk 5 biedt de gegevens zoals aangeleverd door de trapvelden. Hoofdstuk 6 gaat in op de toekomst:
2004 was het laatste jaar waarin eventueel nog al eerder toegekend trapveldengeld kon worden besteed. Maar veel trapvelden hebben al in 2004 op eigen benen moeten staan, en doen dat ook. Hoe doen zij dat? En wat kunnen we daar van leren? Hoofdstuk 7 is een korte samenvatting van de belangrijkste conclusies, en biedt een blik op de mogelijke toekomst van de Trapvelden.
Publicatiedatum: december 2004
Een van de auteurs is Joeri van den Steenhoven (voormalig voorzitter Kennisland)