Digitale Pioniers: ronde eParticipatie

6 januari 2010

De relatie tussen burger en overheid is de laatste decennia aan het veranderen geslagen. De Nederlandse maatschappij is individueler en informeler geworden en ideologieën zijn niet langer dominant. We veranderen in een netwerksamenleving waarin onze relatie tot de overheid ook verandert. [1]

Als we de bril van de burger opzetten, zien we dat deze zich niet langer bindt aan traditionele organisaties die tijdens de verzuiling nog wel bepalend waren. Bereidheid om zich in te zetten voor actuele politieke thema’s en betrokkenheid bij de overheid is er wel (Valerie Frissen – verwijzing). Alleen niet langer via het lidmaatschap van een politieke partij en via de geschreven pers en televisie, maar in toenemende mate via het internet. Meer dan 80% van de Nederlandse burgers begeeft zich tegenwoordig op internet. Daar participeren we in wiki’s, weblogs en websites en zoeken of bieden informatie aan, mobiliseren we medestanders, debatteren met tegenstanders, bieden spullen te koop aan, tekenen bezwaar aan tegen het kappen van een boom in de straat, wisselen we foto’s en videofilmpjes uit, enzovoort.

Als we de bril van de burger verruilen voor die van de overheid, dan zien we veranderingen alom. Government wordt governance, centraal wordt decentraal, vertellen hoe het moet wordt vragen hoe we het samen gaan doen, dominante regelgever wordt faciliterende ketenregisseur, enzovoort. Maar waar is de burger gebleven? De burger laat van zich horen, maar lijkt niet meer echt betrokken te zijn bij het reilen en zeilen van de publieke sector. Individualisme en eigenbelang staan voorop, vertrouwen in de overheid peilt bij herhaling erg laag. Dus, zeggen sommigen, het democratische engagement lijkt nog nooit zo laag geweest te zijn…

Dat is niet waar. De betrokkenheid van burgers bij maatschappelijke vraagstukken en de wil zich daarvoor in te zetten zijn de afgelopen decennia toegenomen, stelt Valerie Frissen (de Schaduwdemocratie). Alleen in strikt formele zin, dus in termen van opkomst bij verkiezingen, lidmaatschap van politieke partijen en kanalen voor participatie die de overheid heeft ingericht, neemt de participatie af. De wil is er dus, alleen lijken de bestaande kanalen voor participatie niet meer adequaat te zijn.

Dus zoeken overheden naar nieuwe vormen van participatie. Eén hiervan is eParticipatie: ICT-toepassingen die erop gericht zijn om de burger actiever te betrekken bij het verbeteren van het functioneren van de democratie en de dienstverlening van de overheid.[2] Overheden verwachten hier veel van, mede omdat steeds meer burgers (inter)actief gebruik maken van het internet.

Publieke organisaties, op rijks-, provinciaal en lokaal niveau, zijn zelf van alles gaan ontwikkelen. Een paar voorbeelden. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) lanceerde in 2000 met het Contract met de toekomst een zoektocht naar geschikte ICT-applicaties waarmee de ‘elektronische relatie’ tussen burger en overheid kan worden vormgegeven. De Commissie Toekomst Overheidscommunicatie ziet in web 2.0-eigenschappen als personalisering, interactie en flexibiliteit een mogelijkheid om de veranderde relatie tussen overheid en burgers opnieuw vorm te geven. Ook het ministerie van Economische Zaken mikt op het verbeteren van het democratisch proces in de Bouwstenennotitie Elektronische Overheid in 2000 en pakt hierop door met Op weg naar de elektronische overheid in 2004.

Websites als www.wijwaarderen.nl (BZK), www.communicatieplein.nl (RVD, AZ) en www.verwijsindex.nl (ICTU) zijn hier voorbeelden van. Verschillende vormen van inspraak en consultatie zijn ook breeduit uitgeprobeerd.

Niet ieder initiatief leidt echter tot meer participatie. Noch is de breedte en diepte van eParticipatie goed verkend. Er kleven nog vele haken, ogen en vragen aan eParticipatie. Hoe representatief is de groep die daadwerkelijk participeert?[3] En hoe krijg je die mensen op de been die je normaal gesproken niet bereikt? Welke vormen van eParticipatie werken en welke niet? Internet kan een hulpmiddel zijn om de betrokkenheid van de burger bij de verbetering van de dienstverlening van de overheid en het functioneren van de democratie, maar hoe precies, dat weten we nog niet. We zitten dus nog in de onderzoeksfase.

Wij zijn ervan overtuigd dat we hierover meer te weten komen door goed te kijken naar maatschappelijke initiatieven. Sterker nog, wij denken dat er op dit gebied een sterke innovatiekracht schuilt in burgers zelf en dat het aan de overheid is om te kijken hoe die initiatieven gefaciliteerd kunnen worden. Dat vindt ook het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarom organiseren we een ronde Digitale Pioniers eParticipatie. Hierin ondersteunen we kleinschalige, maatschappelijke internetinitiatieven die bijdragen aan de verbetering van de dienstverlening door de overheid of het functioneren van de democratie verbeteren. Het gaat om ‘bottom up initiatieven die publieke waarde creëren en in hoofdlijnen aansluiting vinden bij bepaalde overheidsdoelstellingen’.[4] Met andere woorden: het gaat om internetinitiatieven die het functioneren van overheidsapparaat en democratie verbeteren.

Welke trends kunnen we hierin ontwaren?

Webcommunities en discussiefora zijn talrijk en veelzijdig: van politieke thema’s of actualiteit, milieuproblematiek tot en met de verkeerssituatie in de stad. Ze kunnen gericht zijn op het mobiliseren van medestanders, op het uitwisselen, verzamelen of inwinnen van informatie, op het agenderen van een onderwerp, enzovoort. In termen van beleid of politiek kunnen ze gericht zijn op informeren, debatteren, agendavorming, invloed op besluitvorming en coproductie. Initiatieven als www.politix.nl, www.watstemtmijnraad.nl en www.stemwijzer.nl zijn pogingen om informatie over en van de politiek op een toegankelijkere manier te ordenen.

Verreweg de meeste maatschappelijke initiatieven ontstaan de laatste jaren op het vlak van informatie en debat. ‘Traditioneel’ gezien richten die zich op meningsvorming en discussie, maar er is inmiddels van een verbreding sprake: weblogs, communities en discussiefora nemen in functie, aantal en omvang toe. Dat betekent dat we ook websites zien ontstaan als www.medischforum.nl waarop burgers zich onder elkaar informeren over medische ingrepen, vragen, procedures enzovoort. Burgers vragen aan elkaar en antwoorden aan elkaar. De kwaliteit wordt gehandhaafd doordat een arts het forum modereert. En aanvult waar dat nodig is. Ook www.ouders.nl is zo’n voorbeeld van informatie-uitwisseling, met name op het gebied van onderwijs.

Daarnaast zien we internetinitiatieven die gericht zijn op het scheppen van sociale cohesie en het mede vormgeven van de eigen omgeving. Veelal op wijkniveau (bijvoorbeeld: www.bezuidenhout.nl) ontstaan discussies en ook inspraakmogelijkheden om mee te denken over de vormgeving van een nieuw in te richten plein bijvoorbeeld. De website www.webindewijk.nl biedt een tool aan om dit voor je eigen wijk op te zetten.

Behalve participatie in politieke en beleidszin kun je participatie verstaan als het verzamelen van informatie voor de overheid (bijvoorbeeld www.geluids.net), het gezamenlijk uitvoeren van een overheidstaak, handhavingstaken en toezicht houden. Initiatieven die deze richting uitgaan zijn erg interessant, omdat de relatie tussen privaat en publiek gaat verschuiven: maatschappelijke partijen die publieke taken gaan uitvoeren… daar wordt het interessant! Burgers kunnen defecten aan de straat melden op de Engelse website www.fixmystreet.com, iets wat ook kan op lokaal niveau in Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer. Burgers kunnen zich ook op de handhaving van orde en veiligheid concentreren zoals met de website www.politieonderzoeken.nl gebeurt. Burgers denken mee met de overheid en die informatie wordt door overheidsinstanties weer benut. Een erg interessant Engels initiatief in dit kader (niet bottom up ontstaan maar door de overheid opgezet): www.showusabetterway.co.uk. Hier vraagt de overheid burgers om de informatie die de overheid verstrekt op een eigen, oorspronkelijke manier aan te bieden. “Wij kunnen die informatie wel weer aanbieden, maar we weten zeker dat jullie meer en betere ideeën hebben dan wij. Dus laat ons het maar zien,” stellen ze hier.

Initiatieven die deze kant op gaan zijn het interessantst. Wij moedigen daarom een verbreding en een verdieping van de eParticipatie-initiatieven aan. Een verbreding wil zeggen dat we informerende, debatterende en agendavormende websites, communities en discussiefora willen zien die zich qua inhoud storten op onderwerpen die nog niet aan de orde zijn geweest en waarbij het een duidelijke toegevoegde waarde heeft dat die informatie nu wordt uitgewisseld. Qua vorm kunnen die initiatieven informatie op allerlei andere manieren structureren. Hier valt op veel gebieden een boel maatschappelijke winst te boeken.

Ook initiatieven die zich richten op informatievergaring, uitvoering van overheidstaken, dienstverlening of handhaving zijn aan te moedigen. Hier is grote behoefte aan en het is vaak zo dat deze initiatieven laten zien dat de uitvoering van een publieke taak veel slimmer gestroomlijnd kan worden. De verhouding tussen privaat en publiek vormt hierin een heel interessant fenomeen.

Een verdieping, tenslotte, wil zeggen dat we ook initiatieven die gericht zijn op agendering, inspraak en coproductie van beleid interessant vinden. De projecten die daarin succesvol zijn leveren een geweldig inzicht in de wijze waarop het functioneren van de democratie verbeterd kan worden.

Kortom: het innovatiepotentieel schuilt in maatschappelijke initiatieven. Als we de bril van de burger opzetten dan kunnen die initiatieven nieuwe vormen geven aan de inrichting van ons publieke bestel en onze maatschappij. Als we de bril van de overheid opzetten dan kunnen die initiatieven inzicht opleveren in hoe we dat als maatschappij en overheid precies kunnen vormgeven. Dit willen we daarom graag ondersteunen. Dien nu in en laat ons zien dat het stukken beter kan! Dit kan via het online aanvraag formulier.

[1] Staden, M. van, A. Ponsioen en V. Frissen, ICT en burgerparticipatie: wat werkt, en hoe? Inzet van ICT, praktijkvoorbeelden langs de meetlat, wat te doen, wat te laten? Kenniscentrum Grote Steden (januari 2005).

[2] De term participatie komt in veel verschillende betekenissen voor. In dit geval plaatsen we participatie in de publieke context. Individuen gaan over tot gemeenschappelijk actie, die gericht is op debat en meningsvorming, beïnvloeding van de politieke agenda, de vorming en uitvoering van beleid of het zelforganiserend vermogen van de samenleving op het punt van publieke vraagstukken. Deze definitie lijkt specifiek, maar is op zichzelf breed. Wanneer we deze definitie van participatie naast de definities uit het onderzoek van Pröpper e.a. (2006) naar burgerparticipatie zetten, blijkt dat er elementen van zowel inspraak, als interactief beleid, als participatie in zitten.

[3] Namelijk hoogopgeleiden van 22 tot 45 jaar, KL quickscan eParticipatie 2005. Ook: Propper.

[4] Help! Een burgerinitiatief, 19.

Auteur: Constant Hijzen

Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/opinie/digitale-pioniers-ronde-eparticipatie/

This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/opinie/digitale-pioniers-ronde-eparticipatie/