Wat kunnen we leren van Amerikaanse verdubbelaar?

10 december 2013

“The best value of a project is not the project, but to bring people together”.

Dit zegt de Amerikaanse communityexpert Jim Diers als reactie op de wijkbudgetten waar in veel steden buurtinitiatieven mee worden gefinancierd en gestimuleerd. Het gaat volgens Diers niet om het realiseren van de speeltuin, maar om het stimuleren van groepen buurtbewoners die samenwerken en zich inzetten om de speeltuin te realiseren. Hiermee creëer je sterkere community’s en raken meer mensen betrokken bij initiatieven om hun eigen buurt te verbeteren. In Seattle heeft Diers dit 25 jaar geleden gedaan door het Neighborhood Matching Fund op te zetten. Dit fonds verdubbelt tijd, geld, materiaal en diensten die door de buurt bij elkaar zijn gebracht met een bedrag uit het fonds. Hoe werkt dit Neighborhood Matching Fund precies? En wat kunnen we hiervan leren in Nederland?

Bomen en trollen

In de 25 jaar dat het Neighborhood Matching Fund bestaat, zijn ruim 4.000 projecten gerealiseerd met een totale bijdrage uit het fonds van 49 miljoen dollar. Hier staat een bedrag van 72 miljoen dollar tegenover dat door mensen in de buurt is ingezameld inclusief 86.000 vrijwilligers die zo’n 574.000 uren hebben bijgedragen (bron). Het succes van het fonds is vooral zichtbaar door de aanstekelijke werking van succesvolle initiatieven. Een van de meest uitgevoerde projecten binnen het fonds is het planten van bomen. Hierbij levert de buurt de uren om de boom te planten en te onderhouden en betaalt het fonds voor de boom. Ooit begon het met één boom en nu worden er gemiddeld 1.500 bomen per maand geplant. In één buurt hebben ze zelfs in een etmaal een bos van 1.200 bomen gerealiseerd. Een ander succesverhaal is de grote trol die onder een brug in de wijk Fremont woont in een park dat met het fonds is gerealiseerd. Toen de Fremont Troll slachtoffer werd van vandalisme vormde de buurt een troll patroll die er voor zorgde dat de trol en de rest van de buurt beschermd werden. Diers over de Fremont Troll: “I think that this is a great example of the kind of ownership that comes out of the matching fund. People take pride in what they create, and as a result, they maintain their projects.” 

Foto: Michael Matti (CC BY-NC)

Matching bij Nederlandse fondsen

In de Verenigde Staten is het Neighborhood Matching Fund een succesvoorbeeld dat ook door andere steden wordt gekopieerd. Kan het matchingmodel ook in Nederland gebruikt worden om buurtinitiatieven te subsidiëren?

De aanvraagprocedure voor het Neighborhood Matching Fund is vergelijkbaar met die van veel Nederlandse subsidies. Eerst dien je een aanvraag in, vervolgens ga je van start met je project en achteraf verantwoord je de gemaakte kosten. Belangrijk onderdeel van de aanvraag is de community match, het bedrag dat door de buurt bij elkaar is gebracht of is toegezegd om een initiatief te realiseren. Hierbij wordt gekeken naar geld dat is opgehaald, maar ook naar de waarde van ingezameld materiaal, diensten en uren van vrijwilligers (waarvoor 20 dollar per uur wordt gerekend). Dit bedrag dient bij fysieke projecten die de omgeving verbeteren minimaal 50% te zijn en bij niet-fysieke projecten zoals een event minimaal 25%. Een initiatiefnemer moet bewijs leveren van alle materialen, diensten en uren van vrijwilligers die vanuit de buurt worden bijgedragen. Dat betekent dat je een lijst moet aanleveren met de namen van vrijwilligers en de toegezegde uren, dat je bij contante donaties van geld of goederen een donatiebriefje met handtekening nodig hebt en dat je de waarde van goederen moet aantonen.

In Nederland worden draagvlak en aanvullende financiering ook als criteria gehanteerd bij het toekennen van geld voor een buurtinitiatief. Maar deze criteria zijn over het algemeen vaag en daardoor ontbreekt de prikkel om ook echt op zoek te gaan naar alternatieve financiering en draagvlak. Het Neighborhood Matching Fund maakt concreet en expliciet op welke manier en onder welke voorwaarden de bijdrage van de buurt verdubbeld kan worden waardoor die prikkel wel ontstaat. Voor Nederlandse fondsen is het matchingmodel interessant. Zij behouden de huidige selectie- en controleprocedures en geven een prikkel om resources die al in de buurt zijn aan te spreken.

Bureaucratie remt enthousiaste buurt

Initiatiefnemers ervaren de aanvraag- en verantwoordingsprocedures als bureaucratisch en tijdrovend en vinden dat deze niet bijdragen aan een succesvol project, blijkt uit een evaluatie van het Neighborhood Matching Fund in 2009: “the community match component of the Neighborhood Matching Fund poses logistical challenges for many grassroots groups who have little to no experience managing the level of paperwork and accounting that is required of NMF awardees.”

Stel dat je een buurttuin wilt realiseren en al je vrienden en buren enthousiast maakt om mee te helpen en geld en materiaal in te leggen. Als je genoeg toezeggingen hebt kun je het matchingfonds aanvragen, hiervoor moet je de aanvraagformulieren invullen en een aantal weken tot maanden wachten tot je hoort of je wel of geen geld krijgt. De mensen die hebben toegezegd om bij te dragen zijn inmiddels al weer vergeten waarvoor ze een toezegging hadden gedaan op het moment dat een initiatief van start kan. Dat is zonde. Want de energie die je losmaakt als je mensen vraagt mee te helpen wil je het liefst meteen inzetten om ook daadwerkelijk aan de slag te gaan. Er lopen twee processen parallel die elkaar niet versterken: het proces van mensen enthousiasmeren en het proces van het fonds aanvragen.

Controle door buurt in plaats van gemeente

Een alternatief is om de controle vanuit de gemeente te verminderen en meer te vertrouwen op de controle van mensen in de buurt die bijdragen in de vorm van geld, hulp en materiaal. Als ik voor het speeltuintje om de hoek buren, vrienden en familie vraag om bij te dragen en 50 mensen dragen geld of hulp bij dan vinden ze het idee goed en steunen ze het. Bovendien ben ik aan deze mensen ook verantwoording verplicht over wat er gebeurt met het geld dat ik heb opgehaald. Zo krijg je controle vanuit de buurt en creëer je snellere en efficiëntere procedures die dichterbij de buurt staan. Als de buurt een deel van de controle doet, kun je de aanvraag- en verantwoordingsprocedures veel simpeler en goedkoper maken.

Woningbouwcorporatie Ymere experimenteerde hier afgelopen jaar mee door buurtinitiatieven te steunen die via het crowdfundingplatform Voor je Buurt geld inzamelden. Woningbouwcorporatie Ymere doneerde bij Amsterdamse initiatieven die binnen hun doelstellingen vielen de eerste 25% van het doelbedrag zonder een aparte aanvraagprocedure. Dit geld werd pas overgemaakt naar de initiatiefnemer op het moment dat ook de rest van het geld bij bewoners en ondernemers in de buurt was ingezameld. Het voordeel hiervan is dat heel transparant is waar bijdragen van de buurt vandaan komen en dat het niet nodig is om een uitgebreide aanvraag- een verantwoordingsprocedure te doorlopen. Hierbij moeten initiatiefnemers natuurlijk ook uitleggen wat ze gaan doen en waar het geld voor nodig is. Maar dat doen ze met een tekst en een filmpje gericht op hun buren in plaats van de woningcorporatie. In Seattle zijn er ook initiatieven die met een crowdfundingcampagne (een deel van) de community match inzamelen zoals de West Seattle Bee Garden.

Ymere doneerde voor De Buurtcamping 25% van het doelbedrag, de rest werd opgehaald via crowdfunding.

Wervende tekst in plaats van subsidieaanvraag

Voor veel fondsen en subsidieverstrekkers is het politiek niet haalbaar om op korte termijn de aanvraag- en verantwoordingsprocedures geheel te koppelen aan crowdfunding zoals Ymere dat heeft gedaan. Maar zij kunnen deze controle uit de buurt wel gebruiken door met een kortere en simpele aanvraagprocedure geld toe te kennen dat pas wordt uitgekeerd als hetzelfde bedrag door een minimum aantal supporters bij elkaar is gebracht. Daarnaast kunnen de formulieren voor een aanvraag veel meer in dienst staan van het enthousiasmeren en betrekken van de buurt. Nu schrijven veel mensen voor een subsidieaanvraag droge teksten met een opsomming van activiteiten, kosten, de beoogde doelgroep en resultaten. In plaats daarvan kun je initiatiefnemers vragen om een wervende tekst te schrijven en een plan te maken voor een campagne in de buurt. Zo worden de procedures van een matchingfonds minder kostbaar en tijdrovend en is er meer tijd en energie om in de buurt het verschil te maken.

Conclusie: matching kans voor een sterkere buurt

Door een bijdrage uit de buurt te matchen met subsidie realiseer je niet alleen een buurtproject maar stimuleer je ook dat mensen dit samen doen met hun buurt. Hiermee creëer je sterkere community’s van mensen die trots zijn op hun initiatief, zich met elkaar verbonden voelen en die daardoor misschien de inspiratie hebben om opnieuw een initiatief te starten. De uitdaging is om een stap verder te gaan dan in Seattle en aanvraag- en verantwoordingsprocedures in dienst te stellen van het initiatief en hierbij te vertrouwen op controle door de buurt. Hiermee besparen zowel initiatiefnemers als subsidieverstrekkers geld, tijd en energie die je kunt investeren in een sterkere buurt.

“It’s about getting people involved and creating a stronger sense of community”

– Jim Diers

 

Aster van Tilburg

Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/opinie/wat-kunnen-we-leren-van-amerikaanse-verdubbelaar/

This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/opinie/wat-kunnen-we-leren-van-amerikaanse-verdubbelaar/