Meedoen is winnen

    5 april 2013

    Soulsearching behind the scenes. Waar werken we voor bij Kennisland? En hoe doen we dat dan? In een reeks van blogposts zullen verschillende medewerkers van Kennisland deze vragen onderzoeken.

    Thomas vraagt zich in dit tweede artikel in de reeks af hoe het zit met werkloosheid in Nederland. Wat gaat er fundamenteel mis? Wat zijn de onderliggende waarden van het systeem? Liggen ze vast in wetgeving, of zitten ze meer verankerd in het gedrag van mensen? Doen die onderliggende waarden wel recht aan wat we echt willen?

    …………………………………………………………………………

    Mijn beste vriend is onlangs ontslagen. Een reorganisatie van het moederbedrijf en een tijdelijk contract maakten hem, zonder verder omzicht naar de persoon, overbodig. In een gesprek verzekerde hij mij, rasoptimist die hij is, dat het hem alleen maar goed uitkwam. “Ik kan nu eindelijk doen wat ik echt wil. Ondernemer worden.” Ikzelf had meteen, terecht of niet, mijn bedenkingen. Klinkt mooi, vrijheid en baas zijn over je eigen tijd. Maar hoe groot zijn je kansen als startende zelfstandige of werkloze nu echt? En, ervan uitgaande dat die niet heel hoog zijn, hoe kun je die kansen vergroten? 

    Een falend systeem

    Wie hoort dat er in Nederland in relatief korte tijd honderdduizenden mensen hun baan zijn verloren, zal zich niet afvragen: “wat zullen die mensen wel niet geflikt hebben, dat ze massaal ontslagen zijn?” We weten immers allemaal dat het komt door de teruglopende economie. Het ‘systeem’, zoals je de economie ook zou kunnen noemen, levert even niet de uitkomsten die we gewenst hadden. 

    Het gevolg? Hetzelfde systeem komt verder onder druk te staan. Niet alleen kosten mensen zonder baan de samenleving heel veel geld aan uitkeringen, maar ze kunnen ook niet meebetalen aan andere, steeds duurder wordende maatschappelijke voorzieningen. Vaak versterken dit soort problemen elkaar binnen deze maatschappelijke thema’s ook nog eens. Denk aan de zorg die steeds meer geld kost, het onderwijs dat er niet goedkoper op wordt. Vreemder wordt het nog, als we bedenken dat er enerzijds een chronisch tekort is aan goed personeel in bijvoorbeeld de zorg, terwijl er anderzijds mensen genoeg zijn die momenteel thuis zitten. Toch schrijft het systeem ons voor, dat we door gebrek aan financiële middelen en dysfunctionele wet- en regelgeving niet komen tot een voor de hand liggende oplossing. Mensen blijven dus, met een uitkering, thuiszitten terwijl er op andere terreinen niets gebeurt.

    Het functioneren en de inrichting van de economie worden grotendeels aangestuurd door fundamentele waarden. Denk aan het kunnen opereren in een vrije markt en het genereren van inkomen naar geleverde arbeid, maar ook het recht op een bestaansminimum. Die waarden vinden we belangrijk, zo blijkt wel uit het feit dat we ze soms zelfs hebben geëxpliciteerd en vastgelegd in wetten. Gezien het feit dat een systeem zoveel werklozen op kan leveren, zou je kunnen vermoeden dat bepaalde waarden ontbreken, of dat de bestaande waarden niet meer tot bevredigende resultaten leiden. Denk je eens in wat er zou gebeuren als iedereen, politiek en bedrijfsleven, maar ook de individuele burger, ambtenaar en werkloze zelf, in een keer veel meer waarde zou hechten aan ‘meedoen’ in plaats van bijvoorbeeld ‘het recht winstmaximalisatie’? Zouden we dan alsnog met zoveel werklozen zitten? Zouden bedrijven dan net zoveel mensen hebben ontslagen? 

    Onwil of onvermogen?

    Als je naar de praktijk kijkt, zie je dat er van alles is aan instituties en organisaties om mensen weer aan een baan te helpen. Ofwel om te zorgen dat ze zich op een of andere manier kunnen ontwikkelen door onderwijs of nuttig kunnen maken voor de maatschappij. Toch gaat het binnen die instituties geregeld mis. Een van de eerste zaken die ik bijvoorbeeld tegenkom, is de bureaucratische rompslomp waar veel werklozen mee te maken krijgen als ze met dit soort organisaties in contact komen. Neem mijn beste vriend. Hij is zich druk aan het voorbereiden op zijn leven als zelfstandige. Hij verdient er nog geen geld mee, maar kan aan de slag als freelance sociale media-expert voor twee grote evenementen. Daarvoor wil hij zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Tegelijkertijd krijgt hij te maken met het UWV. Die hebben haarscherpe regels, waar je aan moet voldoen om recht te hebben op behoud van uitkering. Denk aan de eis dat je een ondernemingsplan moet indienen. Vaak is beginnen met ondernemen erg zoeken, en ligt de nadruk op het vinden en zo goed mogelijk bedienen van klanten voor je portfolio. Een ondernemingsplan lijkt daarbij eerder een nodeloze hoop extra papierwerk. En waartoe dient het? Ik heb niet het gevoel dat de gemiddelde UWV-begeleider nou blaakt van het ondernemerstalent. Laat staan dat hij een beginnende ondernemer daar goed bij kan begeleiden door het eisen van een ondernemingsplan. Een ander probleem is dat ditzelfde UWV van je verwacht dat je na een half jaar op eigen benen staat. Ik kan in mijn eigen omgeving niet veel voorbeelden bedenken van mensen, die dat in zo’n korte periode voor elkaar hebben gekregen. 

    Zogenaamde ‘stimuleringsmaatregelen’ van dit soort organisaties lijken in beginsel dus al niet goed uitgewerkt. Dat begint al met het principe: “wie werk verzet, wordt gekort op zijn uitkering”. Dat is een verkeerd uitgangspunt. Daarmee ontneem je gemotiveerde mensen de cruciale ruimte om zich te kunnen ontwikkelen. Je ziet dat we meedoen weliswaar belangrijk vinden, maar tegelijkertijd niet bereid zijn om de kosten voor echt goede begeleiding te dragen. Een waardenconflict, zou je kunnen zeggen. En daardoor het onvermogen van mensen om ondanks goede bedoelingen het juist te doen. Best dom eigenlijk, als je beseft dat hierdoor het geld wat nog wel geïnvesteerd wordt niet of nauwelijks leidt tot het gewenste resultaat. Weggegooid geld dus.

    Groot denken, klein beginnen

    Vanuit mijn professionele interesse begin ik bij een nieuw vraagstuk vaak op deze manier: kijken naar het systeem waarbinnen het probleem zich voordoet. In dit geval de economie en de daaruit voortkomende werkloosheidscijfers. Wat gaat er fundamenteel mis? Wat zijn de onderliggende waarden van dat systeem? Liggen ze vast in wetgeving, of zitten ze meer verankerd in het gedrag van mensen? Doen die onderliggende waarden wel recht aan wat we echt willen? Mist er iets, of zijn de bestaande waarden verkeerd gerangschikt? In het geval van werkloosheidsbestrijding zou ik de waarde ‘meedoen’ graag eens als vertrekpunt voor verandering willen nemen. 

    De logische plek om aan de slag te gaan is vervolgens niet het speelveld waar de Tweede Kamer, ministeries of grote multinationals hun spel spelen. Daar kan bij het observeren weliswaar veel informatie verzameld worden over de macro-economische werking van het systeem, onder andere vanuit interviews, statistische data en grote onderzoeksrapporten. Maar dat speelveld is uiteindelijk niet de plek waar de vraag voor verbetering het meest urgent is. Bovendien is het politieke speelveld niet gemaakt om op korte termijn tot radicale veranderingen te komen. Waarschijnlijk is het in veel gevallen niet eens wenselijk dat dit zou kunnen. In ieder geval maakt het, dat hulp en advies met het doel om echt wat teweeg te brengen, op dat niveau vaak maar een druppel op de gloeiende plaat zijn. Als je echt wilt dat er iets gebeurt, dan moet je helemaal onderaan beginnen: aan de slag gaan met een of meerdere personen die symbool staan voor de grotere doelgroep: de werkloze zelf. In zijn eigen omgeving.

    Deze aanpak, waarbij we de (dysfunctionele) werking van het gehele systeem en de onderliggende waarden in gedachten houden en tegelijkertijd van onderop beginnen, is een klassieke aanpak binnen het werk dat wij bij Kennisland doen. Die aanpak ligt mij heel erg, omdat ik geloof dat het bestaande waardenpatroon waaraan een systeem ten grondslag ligt pas kan veranderen, als je betrokken individuen in het systeem van de noodzaak tot waardenverandering kunt overtuigen. Als je ze kunt verleiden om hun eigen werk, hun eigen handelen, op een andere manier te bekijken en te beoordelen. Hoe staat de werkloze tegenover zijn eigen situatie? Hoe denkt de UWV-professional over zijn werkzaamheden? Vinden ze ‘meedoen’ zelf wel belangrijk? En wat doen ze er zelf aan? Kunnen we ze ergens bij helpen?

    Meedoen, geredeneerd vanuit de werkloze, kan alleen als deze werkloze begint met zelf verantwoordelijkheid te nemen om ‘mee te gaan doen’. Als ik mij ga inzetten voor de werkloze, wat volgens mij hard nodig is, dan kan dat alleen met die personen die zeggen: “er moet iets veranderen aan mijn situatie, en daar moet ik zelf wat aan doen.” De waarden ‘meedoen’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’ gaan hierbij voor mij hand in hand. Als je dat met iemand kunt bereiken, dan wordt het leuk. Dan kan je als denktank voor maatschappelijke vernieuwing contacten aanboren en een omgeving creëren waardoor de werkloze weer in staat gesteld wordt om zich nuttig te maken en zich te ontwikkelen. Dan kan je samen allerlei obstakels, zoals het onnodig schrijven van businessplannen voor het UWV, wegnemen. Zo kan je langzaam, in het klein, een dysfunctioneel systeem veranderen en weer op gang brengen.

    Gaaf eigenlijk, dat mijn beste vriend het aandurft om ‘against all odds’ voor zichzelf te beginnen. Morgen gaan we in ieder geval koffiedrinken. Eens kijken wat ik voor hem kan betekenen.

    Thomas van Andel (Kennisland én Kafkabrigade)

    Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/opinie/meedoen-is-winnen/

    This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/opinie/meedoen-is-winnen/