Gemeentelijk Leernetwerk Open Data #1: Grenzen opzoeken

Vorige week startten vijftien gemeenten met het Gemeentelijk Leernetwerk Open Data. Ze onderzoeken in vijf sessies samen met Kennisland welke vragen er zoal spelen rondom open data en hoe ze de antwoorden die ze vinden kunnen operationaliseren.


header_img
Sessie 1 - Gemeentelijk Leernetwerk Open Data

Maker: Kennisland

Rechten:

Download
De eerste sessie van het Gemeentelijk Leernetwerk Open Data vond plaats in Spring House, clubhuis voor radicale vernieuwers in Amsterdam
19 april 2016

Vorige week startten vijftien gemeenten met het Gemeentelijk Leernetwerk Open Data in Spring House. Een diverse groep gemeentemedewerkers onderzoekt in vijf sessies samen met Kennisland welke vragen er zoal spelen rondom open data en hoe ze de antwoorden die ze vinden kunnen operationaliseren. Deelnemers komen uit grote gemeenten en kleine gemeenten; van Rotterdam en Amsterdam tot Berkelland en Lansingerland. Sommige zijn al enkele jaren goed aan de slag met open data – denk aan Eindhoven – andere juist beginnend met het openen van data.

Voor de eerste sessie was het doel om helder te krijgen waar gemeenteambtenaren tegenaanlopen wanneer zij data willen ontsluiten. De Open Data Reader 2016 gold hiervoor als voorbereiding. Maar, zoals een aanwezige correct opmerkte, een algemeen stappenplan kan je niet volledig voorbereiden op het zelf openen van dataEen algemeen stappenplan kan je niet volledig voorbereiden op het zelf openen van data.. Lokale omstandigheden – zeker binnen gemeenten – verschillen immers significant van elkaar. Daarom werken de deelnemers tijdens het Leernetwerk elk aan een experiment in hun eigen gemeente, waarin ze hun vragen onderzoeken en bij elkaar kunnen ‘spieken’, om te zien hoe collega’s potentiële obstakels overwinnen.

Openheid: iets voor de afdeling communicatie?

Om data te openen heb je een organisatie nodig die achter je staat, iets wat voor verschillende deelnemers niet vanzelfsprekend is. Het overtuigen van collega’s van de waarde(n) van open data, was dan ook een veel gehoord thema binnen de sessie. Collega’s staan vaak niet te trappelen om hun data te openen. Zo is er angst om zelf (juridisch) in het nauw te komen, bijvoorbeeld door verantwoordelijkheid te dragen voor foutieve data.

Om de organisatie mee te krijgen moet open data allereerst niet begrepen worden als ‘data’, maar als een maatschappelijk thema en als dienstverlening. Als dit eenmaal op beleidsniveau duidelijk is, kan het tot prioriteit benoemd worden. Sommige deelnemers waren van mening dat dit eerst moet gebeuren, om te voorkomen dat open-data-experimenten een ad hoc karakter blijven houden. Hierbij is het strategisch slim om op bestuurlijke thema’s aan te haken. Een deelnemer merkte op dat bondgenoten zoals een wethouder of de gemeentesecretaris cruciaal zijn om aan boord te hebben. Een presentatie of persoonlijk gesprek om informatie en inspiratie met collega’s te delen is hiervoor vaak de beste manier volgens deelnemers. Wanneer de gemeentesecretaris niet overtuigd is, en bijvoorbeeld vindt dat de afdeling communicatie verantwoordelijk moet zijn voor het thema ‘openheid’, is het lastig om een goede discussie op gang te krijgen. Zoals een deelnemer aangaf: “De gemeentesecretaris is een goede vriend om te hebben.”“De gemeentesecretaris is een goede vriend om te hebben.”

Anderen hebben een meer pragmatische aanpak en proberen juist in te spelen op burgerinitiatieven. Uit de discussie volgde dat dit elkaar niet hoeft tegen te spreken; door in te spelen op burgerinitiatieven kan immers de meerwaarde van open data als dienstverlening gedemonstreerd worden. Voor één deelnemer is het uitgangspunt duidelijk: ‘Wat kan de samenleving ermee?’. In de betreffende stad wordt data op basis van deze vraag doelmatig geopend. Niet iedereen was het ermee eens dat dit een succesvolle formule is. Het kan immers paternalistisch zijn om als overheid te beslissen waar de samenleving behoefte aan heeft. Daarnaast kan ‘toeval’ een belangrijke factor zijn. Een andere principieel punt dat werd gemaakt is de morele plicht van gemeenten om alles open te zetten en transparant te zijn. De overheid hoeft niet meer het monopolie te hebben op informatie, maar moet structureel werken naar een gelijke informatiepositie.    

Om collega’s te overtuigen moet er goed in kaart gebracht zijn wie er allemaal baat hebben bij het openen van data++Mijn open data staan weg te roestenDeze vraag werd eerder gesteld door gemeentesecretaris Jan van Ginkel in zijn artikel ‘Mijn open data staan weg te roesten’, nadat hij merkte dat zijn data niet werd gebruikt. Lees het artikel hier.. Aan de hand van de verschillende publieke waarde(n) die de NSOB heeft geformuleerd in hun essay ‘De Publieke Waarde(n) van Open Data++De Publieke Waarde(n) van Open DataIn dit essay definieert de NSOB democratisch-bestuurlijke, economische, maatschappelijke en systemische waarde(n) van open data. Klik hier om het essay te lezen. ’ (2015) maakten deelnemers een eerste inventarisatie van de waarden die ze signaleren in hun eigen experiment. Tegenover de waarden staan ook de kosten die gemaakt worden bij het openen van data++Open data, wah kos dah dan?Eerder werd deze vraag door Paul Suijkerbuijk behandeld in het artikel ‘Open data, wah kos dah dan?‘. . Hierover willen deelnemers graag uitsluitsel om de discussie aan te kunnen gaan met hun collega’s.  

Post-its met vragen en lessen over open data

Maker: Kennisland

Rechten:

Tijdens de bijeenkomst deelden gemeentemedewerkers hun grootste lessen en uitdagingen op het gebied van open data.
 

Good governance en ‘gewoon doen’

Om open data gestructureerd de wereld in te zenden is er behoefte aan het inrichten van good governance. Er moet een overzicht zijn van welke data geopend is, de kwaliteit van de datasets moet gecontroleerd worden, en het risico op privacyschendingen en andere juridische zaken moet worden ingedekt. Daarnaast wordt er idealiter een inventarisatie verricht van welke data geopend kan worden. Tegelijkertijd dringen veel deelnemers aan op ‘gewoon doen’. Je moet simpelweg beginnen met het openen om te ontdekken hoe good governance eruit kan zien.

Een belangrijk onderdeel van good governance is de verantwoordelijkheidsvraag van open data waar veel deelnemers mee worstelen. Wie is er verantwoordelijk voor het up-to-date houden van data? Zijn dat de databeheerders zelf? Dit hangt ook sterk af van het aantal fte dat beschikbaar is om data te openen. En wat als de directeur van een dienst besluit zijn data niet beschikbaar te stellen? Wie overziet en coördineert deze beslissingen?

Het risico van privacyschendingen is voor veel deelnemers urgent. Kun je je altijd beroepen op wetgeving? Wat gebeurt er als deze te vaag en niet dekkend blijkt voor een specifieke dataset? Zoals één van de deelnemers aangaf: “Soms zoek je grenzen op. Je kunt dus niet altijd rekenen op wetgeving.”“Soms zoek je grenzen op. Je kunt dus niet altijd rekenen op wetgeving.” De onduidelijkheid van de mogelijkheden omtrent data mining++Data miningKortgezegd is data mining het gericht zoeken naar (statistische) verbanden in datasets, met als doel om profielen op te stellen. Lees meer over data mining op Wikipedia. en het daadwerkelijk anonimiseren van data is hierbij een cruciale factor.

Daarom is er een vraag naar praktische handvatten, omdat het gemeentemedewerkers vaak de middelen ontbreekt om stappen operationeel te maken. Er is een honger naar voorbeelden van andere gemeenten, om te horen hoe zij het proces en de technische keuzes van data openen hebben doorlopen, en hoe zij dit op maat kunnen toepassen op hun eigen praktijk. Ook liggen er vragen als: Hoe kunnen we standaardisatie van open data coördineren? Hoe haal je bijvoorbeeld een combinatie van open en gesloten data uit één set? Hoe zit het met auteursrecht op de data? Tijdens het leernetwerk zullen deze vragen de revue passeren, en zal de nadruk liggen op het leren van elkaars ervaringen.Tijdens het leernetwerk zullen deze vragen de revue passeren, en zal de nadruk liggen op het leren van elkaars ervaringen. De experimenten en het creëren van een netwerk vormen daarom een essentieel onderdeel.

Een andere praktische conclusie was dat de deelnemers hulp kunnen zoeken buiten de gemeente zelf. Dit kan bijvoorbeeld door het betrekken van studenten. Zo betrekt één gemeente studenten van de studies bedrijfskunde, management en ICT om creatieve input te krijgen voor het openen van data.

In aankomende sessies gaat het leernetwerk aan de slag met het stimuleren van hergebruik (vraag en aanbod), juridische kaders, privacy, interne organisatieveranderingen, en open data in de smart city. Volg deze serie artikelen om op de hoogte te blijven van de inzichten die verzameld worden door de deelnemers tot en met september 2016.

Spring House deed haar naam eer aan.
Spring House deed haar naam eer aan.

Maker: Kennisland

Rechten:

Het Gemeentelijk Leernetwerk Open Data is een samenwerking van Kennisland en het Leer- en Expertisepunt Open Overheid.

Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/nieuws/grenzen-opzoeken-gemeentelijk-leernetwerk-open-data/

This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/nieuws/grenzen-opzoeken-gemeentelijk-leernetwerk-open-data/