Tijd en vertrouwen nodig voor goede samenwerking tussen po en vo

In het tweede portret uit een reeks van zes portretten van onderwijsprofessionals vertelt Lieke Hobus, voormalig directeur van een Amsterdamse basisschool, wat er volgens haar nodig is om een goede samenwerking tussen het primair en voortgezet onderwijs te realiseren én waarom dit belangrijk is. “Ik zou zo graag zien dat leraren zich weer kunnen bezighouden met de vraag: wat heeft een mens nodig in deze wereld?”


header_img
Geert Groote School

Schoolplein van de Geert Groote School in Amsterdam

Maker: Iris Leung

Rechten:

Download
Schoolplein van de Geert Groote School in Amsterdam
11 mei 2020

Dit is het tweede portret uit een reeks van zes portretten van onderwijsprofessionals die we maakten voor de Broedplaats po-vo++Broedplaats po-voIn samenwerking met de gemeente Amsterdam zijn we de Broedplaats po-vo gestart. Hiermee stimuleren we de samenwerking en uitwisseling tussen po- en vo-scholen. Lees meer. We spraken leraren en schoolleiders van zes scholen en vroegen ze het hemd van het lijf. Wat is de toegevoegde waarde van een goede samenwerking en warme overdracht tussen po en vo? Welke projecten hebben jullie al opgezet of wat proberen jullie uit? Waar dromen jullie van? En wat belemmert jullie om een fijne en zinvolle samenwerking tussen het primair en voortgezet onderwijs te organiseren? Next up is Lieke Hobus, directeur op de Geert Groote School van 2011 tot januari 2020, een basisschool in Amsterdam.

‘Waarom wist ik al die dingen niet toen ik nog lesgaf in het vo?’

In 2011 werd Lieke voor het eerst directeur op een po-school, daarvoor werkte ze elf jaar als lerares in het vo. De kennis en ervaring die ze in het po opdeed had ze graag willen hebben als vo-leraar: 

“Ik wist er wel van, maar besefte het niet écht omdat ik het [po-onderwijs] niet eerder van zo dichtbij had gezien. Was dat wel zo geweest, dan had mijn onderwijs in het vo er echt heel anders uitgezien: meer aangepast aan wat leerlingen vanuit het po gewend waren.” 

Toen ze nog werkzaam was in het vo, probeerde Lieke een aantal keer een samenwerking met po-collega’s tot stand te brengen. Helaas lukte dit nietVaak lukt beter samenwerken tussen po en vo niet goed door de waan van de dag. door de waan van de dag: lessen voorbereiden en geven, vergaderen, oudergesprekken voeren en zorgbegeleiding bieden. 

‘De druk op schooladviezen en toetsing leidt af van de inhoud.’

Lieke zegt dat het voor vo-scholen erg belangrijk is dat leerlingen een kloppend schooladvies krijgen: 

“Een vo-school heeft er belang bij dat een kind niet afstroomt naar een lager niveau én dat de leerling binnen het aantal jaren dat staat voor het schoolniveau, de school weer verlaat (bijvoorbeeld dat je maximaal zes jaar doet over het vwo).” 

Dit legt een hoge druk op leraren van groep 8 om een zo goed mogelijk schooladvies te geven. Daarnaast hechten ouders veel waarde aan een zo hoog mogelijk schooladvies voor hun kind. Dit legt niet alleen veel druk op leraren en scholen, maar ook op de leerlingen zelf. 

“Natuurlijk is het hebben van ambities en het uitspreken van hoge verwachtingen belangrijk, maar ik zou zo graag zien dat leraren zich weer kunnen bezighouden met de vraag: wat heeft een mens nodig in deze wereld?”

‘Het lijkt wel alsof de factor ‘tijd’ uit het onderwijs gehaald is.’

Leerlingen ervaren veel sociale drukIk zie dat veel in het onderwijs gebaseerd is op wantrouwen. Maar het heeft, net als opvoeden, vertrouwen nodig! bij de overgang van po naar vo: naar welke school gaan vriendjes en vriendinnetjes, heb ik de Cito-toets wel goed gemaakt, hoe werkt het op zo’n nieuwe school? Lieke: 

“Als je naar onderzoeken kijkt, zie je met name uitval van jongens: door te vroeg te selecteren op cognitief niveau hebben velen van hen het in het begin heel moeilijk op de middelbare school. Laten we stoppen met die (te) hoge cognitieve verwachtingen en laten we kinderen gewoon meer tijd geven. […] Een leerling mag niet meer versnellen of op adem komen, het moet allemaal volgens normen en regels. Ik zie dat veel in het onderwijs gebaseerd is op wantrouwen. Maar het heeft, net als opvoeden, vertrouwen nodig! Vertrouwen in de leerlingen én in de leraar.”

‘Het werk van po-leraren is net zo belangrijk als dat van vo-leraren.’

Een vorm waarin vertrouwen in leraren tot uiting zou kunnen komen, is volgens Lieke een gelijke salariëring voor het po en het vo. Het verschil in salaris verkleint het gevoel van gelijkwaardigheid en begrip tussen po- en vo-leraren, wat de uitwisseling en samenwerking volgens haar belemmert.Het verschil in salaris verkleint het gevoel van gelijkwaardigheid en begrip tussen po- en vo-leraren, wat de uitwisseling en samenwerking volgens haar belemmert. Bovendien is het werk van po-leraren net zo belangrijk als dat van vo-leraren. In het po wordt een basis gelegd waar in het vo op voortgeborduurd wordt: 

“Als een leraar in het vo zich ziek meldt met griep is de nood minder hoog een vervanger te vinden. Leerlingen hebben een tussenuur, kunnen verder met hun huiswerk en krijgen een volgend uur gewoon weer les van een ander. Het gevolg van een zieke leraar op een basisschool is veel groter voor leerlingen. En bovendien direct voelbaar voor het hele team wanneer de groep opgesplitst en verdeeld moet worden over andere groepen.”

‘Laten we op onderzoek gaan!’

Lieke droomt van een doorlopende leerlijn voor kinderen van 0-18 jaar. Zo’n leerlijn maakt de vraag over wat er nodig is voor een optimale aansluiting tussen po en vo namelijk overbodig. In 2019 hebben de Geert Groote School (po) en het Geert Groote College (vo) samen een eerste stapVolgens Lieke moeten we niet alleen van elkaar leren door kennis en ervaring uit te wisselen, maar ook door actief in elkaars schoenen te gaan staan. gezet in die richting. 

“In november waren vo-collega’s van het Geert Groote College te gast om te kijken naar hoe wij lesgeven in de klassen op de basisschool. Kijken bij elkaar is zinvol, zodat we bewust zijn van wat de ander doet in de klas.” 

Om te komen tot een doorlopende leerlijn van 0-18 jaar, is het nodig dat leraren uit het po en vo intensief samenwerken: 

“Dit dwingt je om op onderzoek uit te gaan. Bijvoorbeeld: hoe wordt rekenen in groep 8 gegeven en hoe ziet een les wiskunde eruit in de brugklas? Welke overeenkomsten zitten hiertussen en welke verschillen? Hoe goed is de aansluiting nou echt? Dat kun je met alle vakken doen.” 

Volgens Lieke moeten we niet alleen van elkaar leren door kennis en ervaring uit te wisselen, maar ook door actief in elkaars schoenen te gaan staan. Zo vergroten we het onderlinge begrip en dragen we samen bij aan goed onderwijs voor de leerling.

 

Rechts op de foto: Lieke Hobus
Lieke Hobus

Rechts op de foto: Lieke Hobus

Maker: Iris Leung

Rechten:

Download
Rechts op de foto: Lieke Hobus

Deze tekst heeft een Creative Commons Naamsvermelding-licentie (CC BY) en is gekopieerd van de Kennisland-website. Ga voor de volledige versie met afbeeldingen, streamers en noten naar https://www.kl.nl/nieuws/tijd-en-vertrouwen-nodig-voor-goede-samenwerking-tussen-po-en-vo/

This text has a Creative Commons Attribution License (CC BY) and has been copied from the Kennisland website. For a full version with images, streamers and notes go to https://www.kl.nl/nieuws/tijd-en-vertrouwen-nodig-voor-goede-samenwerking-tussen-po-en-vo/